Op dinsdag 19 oktober aanstaande organiseren de Innovatiecentra van de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant in Planckendael (Mechelen) voor het eerst een “KMO Kennisbeurs”. Bedoeling is kleine en middelgrote ondernemingen een ontmoetingsforum te bezorgen met de Vlaamse kennisinstellingen. Tevens krijgen bezoekende bedrijven de gelegenheid gericht op zoek te gaan naar specifieke expertise rond mogelijke innovatietrajecten die ze op stapel hebben staan. De beurs lijkt de voorbode te zijn van de nieuwe rol die de Innovatiecentra in Vlaanderen zich de komende vier jaar willen toemeten. “De Innovatiecentra zullen in de toekomst een sterke navigatierol opnemen om de brug te slaan tussen KMO’s en kennisinstellingen om aldus de juiste expertise binnen het bereik van de eerste te brengen,” stellen manager Danny Bobrowicz en innovatie-adviseur Hans Haagdorens van het Innovatiecentrum Provincie Antwerpen eensluidend.

Al ruim drie jaar spitsen de vijf Vlaamse Innovatiecentra, ondersteund door werkgevers- en sectororganisaties, zich toe op de ondersteuning en begeleiding van bedrijven met innovatiepotentieel. Daarvoor kunnen ze rekenen op financiering van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT).

In wezen fungeren de Innovatiecentra als regionaal verlengstuk en front-office van het IWT. Door het aanmoedigen van innovatie mikt Vlaanderen uiteindelijk op winstgeneratie voor de begeleide bedrijven. Winstgeneratie die zich, vanuit overheidsoogpunt, in extra-tewerkstelling vertalen moet.

Begeleiding in het innovatietraject

Innovatie beperkt zich niet uitsluitend tot productinnovatie. Het kan net zo goed gaan om procesinnovatie of diensteninnovatie.

“In het hele innovatietraject besteden de Innovatiecentra aandacht aan o.a. de innovatie-audit, de innovatiestrategie, netwerking en financiering,” vat Danny Bobrowicz samen.

In de innovatie-audit worden de prestaties van bedrijven op een zeventigtal criteria afgetoetst op “best practices” rond innovatie.

Het luik innovatiestrategie focust dan weer op het ondersteunen van bedrijven bij het structureren en uitlijnen van hun innovatiebeleid. Via netwerking worden de bedrijven in contact gebracht met voor hen relevante kennisbronnen. Vaak worden de Innovatiecentra ook benaderd door innoverende bedrijven met het oog op verkrijgen van financiële steun (betoelaging van haalbaarheidsstudies, prototypebouw, …) of het aantrekken van risicokapitaal.

“Een innovatiedossier dat de goedkeuring van het IWT wegdraagt, komt al sneller in aanmerking voor een achtergestelde lening bij ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV),” weet innovatie-adviseur Hans Haagdorens.

Belangrijk is wel dat de Innovatiecentra in ondersteuning voorzien tijdens het hele innovatietraject, gaande van het innovatief idee tot en met de eventuele bouw van een prototype, de bescherming van de intellectuele eigendomsrechten en de uiteindelijke winstgeneratie.

Is een idee inderdaad zo nieuw en vernieuwend als het bedrijf denkt? Hoe kan de intellectuele eigendom afdoend worden beschermd? Welke mogelijkheden tot samenwerking met derden dienen zich aan?

Open innovatie

Hans Bobrowicz: “Voor een klein en middengroot bedrijf is het quasi-onbegonnen werk om een volledig innovatietraject in eigen beheer af te werken. Specialisatie en focus zijn absolute vereisten. Dat impliceert evenwel dat men voor andere zaken een beroep moet doen op de expertise van derde partijen. Als Innovatiecentrum achten we het onze taak samenwerking in innovatietrajecten heel sterk aan te moedigen. Open innovatie is de sleutel tot succes”.

Precies binnen die context dient de gezamenlijke organisatie door de Innovatiecentra van Antwerpen en Vlaams-Brabant van de “KMO Kennisbeurs” gezien.

“Aan de manifestatie nemen een 35-tal Vlaamse kennisinstellingen deel. De “KMO Kennisbeurs” biedt bedrijven met innovatieplannen een forum dat toegang verleent tot kwalitatief hoogstaande expertise. Bezoekers konden voorafgaand aan de beurs, via de webstek, aan de hele beurs-community gerichte vragen stellen rond een (mogelijk) innovatietraject. Dat leidde tot feedback bij de deelnemende kennisinstellingen met de geschikte expertise in huis, waarbij de confidentaliteit ten allen tijde gevrijwaard blijft, die mogelijk aanleiding gaf tot een gerichte afspraak tussen de verschillende partijen tijdens de beurs,” verduidelijkt Haagdorens.

“De KMO Kennisbeurs moet kleine en middelgrote ondernemingen duidelijk maken dat de Vlaamse kennisinstellingen praktisch onderzoek verrichten, dat direct bruikbaar is,” valt de manager van Innovatiecentrum Antwerpen bij.

De “KMO Kennisbeurs” mikt heel specifiek op KO’s, zeg maar ondernemingen met hooguit vijftig werknemers. Binnen dat marktsegment schuilt heel wat innovatiepotentieel, beklemtonen onze beide gesprekspartners.

“Vaak hebben dat soort bedrijven nood aan een betere structurering van hun innovatietrajecten en kunnen ze een duwtje in de rug om in een open innovatietraject te stappen best gebruiken,” aldus Bobrowicz.

Overigens geven KO’s in de praktijk niet zelden de voorkeur aan het afdwingen van een (tijdelijke) technologische voorsprong in de markt, veeleer dan energie en centen te spenderen aan het verkrijgen van een octrooi.